Het project kent een aantal projectdoelen. Deze zijn beschreven als zogenaamde ‘Intellectual outcomes’. In totaal zijn er 7 opbrengsten geformuleerd. Deze zijn genummerd als IO1 tot en met IO7. Het betreft de volgende projectopbrengsten
Een literatuurstudie (IO1)
Een van de eerste producten waaraan wordt gewerkt is een overzicht van de belangrijkste theoretische modellen, concepten, veelbelovende best practices en knelpunten op basis van beschikbaar bronnenonderzoek (wetenschappelijke artikelen, maar ook media en andere bronnen). Academische scholing op het gebied van loopbaanbegeleiding en –ontwikkeling in een HRD-context vraagt om een stevig wetenschappelijk fundament en een degelijke ‘body of knowledge’. Het doel van deze ‘intellectual outcome is daarom het samenvatten van de stand van zaken op het gebied van kennisinnovatie en de ontwikkeling van een Hoger Onderwijs curriculum op het genoemde kennisgebied.
Een praktische leidraad voor praktijkinnovatie (IO2)
Het doel van Intellectual Output IO2 is om gegevens te verzamelen van de doelgroepen loopbaanprofessionals enerzijds en HRM professionals anderzijds, teneinde hun ervaringen en behoeften te verkennen met betrekking tot de onderlinge samenwerking op het gebied van loopbaanontwikkeling van medewerkers.
De gegevensverzameling is gericht op de volgende vragen:
- Wie zijn de belangrijkste actoren op de beide gebieden? Hoe worden zij betrokken bij de professionele HR-cyclus m.b.t. werknemers?
- Welke links bestaan er tussen de activiteiten van de twee groepen?
- Welke rol speelt loopbaanbegeleiding in HRM?
- Hoe krijgen de loopbaanprofessionals en HR-professionals de nodige kennis, vaardigheden en competenties om al diverse rollen te vervullen?
- In hoeverre is er al sprake van interactie, samenwerking en netwerken tussen beide professionele gebieden?
- Welke voordelen worden verwacht als gevolg van die samenwerking?
Het partnerschap heeft vervolgens besloten twee online vragenlijsten te ontwikkelen teneinde deze vragen te beantwoorden, voor elke professionele groep een. Daarbij is er voor gekozen om de vragen zo identiek mogelijk te formuleren, zodat het mogelijk zou zijn de antwoorden tussen de twee groepen met elkaar te vergelijken en overeenkomsten en verschillen te bepalen.
Naast gestandaardiseerde vragen bestaan de vragenlijsten ook uit open vragen. De Engelse versies van de vragenlijsten zijn opgesteld in nauwe samenwerking tussen de projectpartners.
Om ook kleinere ondernemingen en adviesbureaus en freelancers aan te moedigen deel te nemen aan het onderzoek zijn de vragenlijsten door de Europese partners in de eigen taal vertaald.
In totaal bestond de respons uit 77 ingevulde vragenlijsten uit de groep loopbaanprofessionals en 79 uit de groep HR-professionals.
Elke partner heeft op basis van de analyse van de resultaten een eigen national report opgesteld. De verantwoordelijke partner voor dit Intellectual output IO2, Danube University Krems (Oostenrijk) heeft op basis van die national reports een synthese opgesteld in de vorm van een vergelijkend rapport. Het laatste hoofdstuk van bevat algemene conclusies uit de bevindingen over de impact en de consequenties die de resultaten hebben voor de vervolgstappen van het CONNECT! project en de nog te ontwikkelen Intellectual Outputs.
Ontwikkeling van een didactisch kader en programmabeschrijving met bijbehorende leermiddelen (IO3)
De volgende stap is om vanuit de verzamelde informatie uit IO1 en IO2 een didactisch kader en programmabeschrijving te ontwikkelen voor een curriculum op Bachelorniveau mbt het onderwerp ‘Loopbaanbegeleiding en -ontwikkeling voor medewerkers’.
Ontwikkeling van een leergang voor loopbaanprofessionals, (IO4)
Vervolgens zal een didactisch kader en cursusconcept worden ontwikkeld voor een leergang tbv professionals in het loopbaan- en HRD-veld. Het doel is om professionals in zowel publieke als private omgevingen kennis te laten maken met strategieën en materialen die hen ondersteunen bij het faciliteren van loopbaanontwikkeling binnen en tussen organisaties. Binnen het project kan dit resultaat worden gezien als een sectoroverstijgend element dat een brug slaat tussen de test- en implementatiefase binnen het hoger onderwijs en de implementatie in de praktijk in ondernemingen.
Ontwikkeling van een mediacentrum (IO5)
Alle relevante inhoud (materialen en middelen) verzameld bij de ontwikkeling van de eerste 4 beoogde resultaten van het project zal toegankelijk worden gemaakt door het creëren van een online mediacentre. Alle relevante bronnen worden geselecteerd, gecategoriseerd en gelabeld/geïndexeerd. Het doel is om docenten, studenten en professionals uit het veld te voorzien van die materialen die hen kunnen ondersteunen in het uitvoeren van hun taken. Het mediacentrum zal een verscheidenheid aan middelen en materialen, zoals bijvoorbeeld artikelen, clips, oefeningen, en spelvormen. In de loop van het project zal de database van het mediacentrum verder worden uitgebreid, bijvoorbeeld door middel van presentaties en resultaten van groepswerk van studenten, ander materiaal van de projectpartners en hun netwerken.
Ontwikkeling van een project website (IO6)
Vanaf het begin van het project zal het partnerschap werken aan de ontwikkeling van, het testen en het implementeren van een website dat fungeert als portaal en zoekingang voor informatie over het project, de voortgang en het mediacentrum (IO5) waardoor de doelgroepen van het project toegang kunnen krijgen tot de opbrengsten van het project.
Uitvoeren en evaluatie van een pilot voor een Bachelor lesmodule (IO7)
Het laatste resultaat bouwt voort op de resultaten van de voorgaande zes resultaten en richt zich op het uitvoeren en evalueren van een pilotcursus. Het eindresultaat van deze stap is het leveren van aanbevelingen op basis van de uitgevoerde pilot voor de implementatie van de ontwikkelde modulen in de partnerorganisaties en hun netwerken.